Hieronder volgt de begrippenlijst.
Architectuur: architectuur gaat om de kunst en wetenschap achter gebouwde objecten als gebouwen, landschappen, meubelen en interieurs.
Coöperatief: op samenwerking gericht.
Individueel: voor één persoon
Toegepaste kunst: esthetisch vormgegeven voorwerpen die een functie hebben.
Symmetrie: bij symmetrie is een geheel opgebouwd uit dezelfde stukken.
Maquette: een driedimensionaal model op schaal.
Modernisme: stroming in de bouwkunst waarin men strakke sobere vormen hanteert. De gebouwen zien eruit als blokken of dozen.
Structuralisme: gebouwen met een geometrische structuur, samengesteld uit vaak kleine eenheden die gerelateerd zijn aan de menselijke maat.
Postmodernisme: reactie op modernisme. Het is architectuur die zich kenmerkt door vrije vormen, uitbundige kleuren, speelse details en verwijzingen naar het verleden.
Supermodernisme: architectuur die gekenmerkt wordt door strak en industrieel uiterlijk. Grote imposante gebouwen en opvallende vormen.
Neotraditionalisme: architectuur vanaf einde 20ste eeuw, tegenreactie op modernisme, terugkeer naar bouwstijlen uit het verleden, inclusief grachten en pleintjes.
Maak jouw eigen website met JouwWeb